Wij, docenten BSM, willen een goed doel dat dicht bij onze doelgroep ligt, leerlingen van 15 tot 18 jaar. Daarom richten wij ons bij het maken van een keuze op regionale instellingen. Het moet voor leerlingen mogelijk zijn om zelf contact te leggen en te onderhouden met het goede doel. Op deze wijze zal het zicht van onze leerlingen verbreed worden en niet beperkt blijven tot wat zij al kennen.
Wij stellen nadrukkelijk tot doel leerlingen zelf het project te laten dragen. Docenten zullen hierin alleen een begeleidende rol vervullen. Dat betekent dat leerlingen leren hun verantwoordelijkheid te nemen, dat zij afspraken maken, activiteiten organiseren en controle houden over het proces. Op deze wijze krijgen leerlingen een duidelijk beeld van wat er komt kijken bij het organiseren van een sponsortocht, het realiseren van die tocht en een maatschappelijk doel in het verlengde daarvan.
Wij starten binnen het kader van BSM met een introductie van het project. Leerlingen mogen zelf meedenken voor welk goed doel zij willen fietsen. Eerst gaan we in op de theorie van het maken van een trainingsschema: hoe maak je zo’n schema en waarom is dit belangrijk. Daarna trainen we tijdens BSM-lessen op de racefiets. Daarnaast zullen zij ook zelfstandig twee maal per week een duurtraining moeten inplannen en moeten uitvoeren. De school, de Copernicus SG, stelt hiervoor racefietsen ter beschikking, zodat de leerlingen na het tekenen van een gebruikerscontract, een noodzakelijke voorwaarde, de fiets mee mogen nemen naar huis. Leerlingen kunnen natuurlijk ook gebruik maken van een eigen racefiets.